Jan-Willem heeft na tien jaar afscheid genomen als voorzitter van onze club. In die tien jaar spraken we hem als mediateam talloze keren over hoogte- en dieptepunten. Nu is het tijd voor het laatste interview over zijn tijd als voorzitter.
Wat zou er gebeuren als we de afgelopen tien jaar vertalen naar een voetbalwedstrijd van 90 minuten? Wat waren voor Jan-Willem de belangrijkste momenten in deze (denkbeeldige) wedstrijd? Wanneer scoorde Oranje Wit een prachtgoal en wanneer zat het allemaal even tegen? Neem plaats op de tribune en beleef het mee.
De eerste minuten
In de beginfase is het altijd aftasten. Meestal een beetje rommelig. Klopt de tactiek wel en is het strijdplan bij iedereen wel duidelijk?
“Zeer onrustig aan de bal, nog wat gebrek aan zelfvertrouwen, ja eigenlijk was ik een debutant; zo voelde dat toen echt een beetje”, zegt Jan-Willem, die op z’n 44e de voorzittershamer overnam. Jan-Willem: “Zonder mensen te kort te doen, maar de basis moest op veel vlakken wel op orde gebracht worden. Ook op financieel vlak waren er grote uitdagingen. Ik weet nog dat we gelijk het besluit hebben moeten nemen om het trainingskamp af te zeggen, omdat we toch een beetje de hand op de knip moesten houden.”
Dus ging het bestuur aan de slag met een iets realistischer visie, een duidelijkere rolverdeling en goede afspraken over wat wel en niet kan. En er was het eerste succes, noem het een vroege voorsprong. “Ja dat was de aanleg van het kunstgrasveld op het hoofdveld. Dat was een gecalculeerd risico met een goede uitkomst.”
Openingsfase
Oranje Wit speelt meer als team en omdat het strijdplan duidelijker is, haken er ook leden aan.
Jan-Willem hierover: “Gezien mijn leeftijd en onervarenheid keken veel leden toch een beetje de kat uit de boom en vroegen zich af of ik dit wel zou kunnen. Maar al snel zagen ze dat wij als bestuur met de goede dingen bezig waren. En dan willen ze ook meedoen om de club omhoog te helpen, en dat creëert een goede sfeer en versterkt het teamgevoel. Ik ben net als mijn vader ook een verbinder en dat kwam in mijn rol goed van pas. Er was een bepaalde gunfactor en dat was een prettig gevoel.”
Halverwege eerste helft
Helaas, een tegengoal. Tegenslag kan gebeuren, en dan is het de vraag hoe ermee om gegaan gaat worden. Er is wel wat twijfel.
“In die tijd zijn er door de gebruikelijke onrust als gevolg van de veranderingen wel wat bestuursleden afgehaakt. Ze werden ook overvraagd op dat moment. Ik had op die dossiers, met de kennis van nu, eerder moeten ingrijpen. Dat leer je door ervaring”, zegt hij over die tijd. En los van deze voorkombare blessures speelden er nog meer zaken die een goede strategie eisten van het bestuur. Jan-Willem: “De schijnbaar schadelijke kunstgraskorrels, het beticht worden van racisme, keepers met helmen… allemaal zaken die hoog opspeelden in die tijd. Dan gaan er ook andere (politieke) krachtvelden spelen binnen de vereniging. Daar moet je je weg in vinden, maar zeker vertrouwen houden in de ingezette koers, die veel leden omarmden. En dat is zeker gelukt.”
Rust (1-1)
Keurig op koers. Strijdplan en strategie zijn helder. Met de juiste mensen op de juiste plaats, die geloven in het aanvalsplan.
Op de vraag wat Jan-Willem tegen zichzelf zou hebben gezegd in de kleedkamer als coachmoment zegt hij: “Kan ik de tweede helft nog spelen? Korte vraag, snel antwoord: Ja, zeker! Met frisse moed de tweede helft in.”
De tweede helft
In deze fase van de wedstrijd komt het erop aan. Doordrukken, meer op de aanval, maar toch controle houden. Er moeten soms grote beslissingen worden genomen.
Jan-Willem: “Al eens wat over geschreven en nog meer over gepraat, maar de beslissing over de roerige trainerswissel was er eentje met verstrekkende gevolgen. Een eerste elftal dat leegliep. Een nieuwe trainer. Intern krijg je te maken met twee kampen en extern gaat ook de pers zich roeren. Je houdt dan wel vast aan het plan, maar de druk neemt wel toe. Maar we zijn er wel bovenop gekomen! Met de leden en mijn thuisfront, dat altijd kritisch ondersteunend is geweest.” Hij vervolgt: “En toen kwam er ook nog een coronatijd. Over geen controle gesproken… Met alle rare, veranderende spelregels moesten we flexibel en creatief zijn. Continue kijkend naar wat we nog wél konden doen. Fietstochten en loopwedstrijden om geld op te halen, voetgolf op het terrein, met een busje langs de jubilarissen, binnen een uur de spelregels op de website (die door andere verenigingen gelijk gekopieerd werden) en zwarte cijfers geschreven! Kortom, we stonden er met z’n allen!”
De eindfase (2-1)
Belangrijk in een wedstrijd, vaak bepalend voor het eindresultaat. Maar ook een fase waarin je je afvraagt: hebben we alles gedaan wat we moesten doen?
“Om in de metafoor te blijven, dit was een fase waar je het einde van je carrière voelde. Je wordt eruit gelopen door de jeugd en vraagt je af of je nog wel het maximale kan opbrengen. Moet ik stoppen? Verstand zegt ja, gevoel schreeuwt NEE… “, legt Jan-Willem met enige weemoed in zijn stem uit. En daarna krachtig: “We staan er als club goed voor. Financieel gezond, een florerende club met vrijwilligers met een Oranje-Wit-hart, een goed bestuur, een club die meedenkt met de gemeente om Dordtenaren meer te laten sporten. Daar ben ik trots op!”
Blessuretijd
Er gebeuren altijd onverwachte dingen in deze fase en dus ook in deze wedstijd.
“Het plan van padelbanen bij Oranje Wit was een weloverwogen beslissing, maar kreeg onverwachts tegenstand. Met veel overredingskracht, een stemming bij een extra ALV en felle discussies hebben we het toch voor elkaar gekregen. Achteraf kunnen we nu wel concluderen dat het een succesvol besluit is geweest”, zegt Jan-Willem met enige trots.
Eindsignaal (3-1)
Mooie overwinning in je laatste wedstrijd. Het zit erop en tijdens de derde helft blikken we nog even terug. Met trots én met een lach en een traan.
Jan-Willem, de aanvoerder die altijd in dienst van zijn ploeg speelde, blikt terug: “Zeker trots op behaalde resultaten, het teamgevoel en de vele vriendschappen. De mooie verhalen. We hebben het goed gedaan met elkaar. Dat gevoel overheerst absoluut. Dat doet wel wat met mijn gemoed, merk ik.” Hij vervolgt: “Wat altijd grote impact op mij maakte is het overlijden van mensen uit de Oranje Wit-familie en de betrokkenheid die je dan ziet. Een van de mooie dingen vind ik, dat de mensen die jou vroeger als klein jongetje opvingen en lieten voetballen, nu de ouwe garde zijn die nog steeds actief is. En nu is het aan ons om het stokje over te nemen. Generaties volgen elkaar op. Ik ben blij dat ik daar onderdeel van ben en blijf.”
De volgende wedstrijden komen er weer aan en als je daarover denkt ‘die winnen we wel even’, wordt het lastig. “Je kan een hoop aan met elkaar, dus maak daar ook gebruik van. Nooit denken dat je er al bent, niet berusten in de huidige situatie. Je moet altijd kijken naar uitdagingen en kansen”, zegt Jan-Willem. Over zijn eigen rol hierin: “Ik help waar ik helpen kan. Met een warme overdracht aan de nieuwe voorzitter, zonder iemand voor de voeten te lopen. En ik zou me in de toekomst wel willen bezighouden om het vrijwilligersbeleid op poten te zetten.”
De wedstrijd zit erop, nog een laatste advies aan de nieuwe aanvoerder? “De basis van het succes is jezelf niet belangrijker maken dan de mensen en de club”, besluit Jan-Willem. En dan klinkt het definitieve fluitsignaal.